Sinds dit seizoen maakt een nieuwe speler deel uit van de selectie van BVCB. Hij viel al snel op bij de volgers van het Hoekse vlaggenschip. Niet alleen vanwege zijn voetbalcapaciteiten, maar ook vanwege zijn vele tatoeages, zijn immer afgezakte kousen, zijn no-nonsens voetbalstijl. En wellicht niet bij iedereen bekend: de aanwezigheid van zijn grootste fans, zijn opa en oma. We hebben het over Marciano Pape. Wie is Marciano Pape? De hechte band met zijn grootouders? En het verhaal achter zijn tattoos? Het komt allemaal aan de orde in een openhartig vraaggesprek.
Exact op het afgesproken tijdstip zitten we tegenover elkaar. Op de vraag of hij iets wil drinken, is het antwoord ontkennend. Binnen een mum van tijd gaat het aan één stuk over voetbal, heel veel voetbal. Maar ook over zijn speciale band met zijn opa Jacques en oma Carla.
Van miskend naar erkend talent
Zijn eerste stappen op het voetbalveld zet Marciano op het sportcomplex van FC Boszoom. De club aan de Prinsenlaan in Rotterdam bestaat sinds 2006 niet meer, nadat het failliet is gegaan. De gevolgen van brandstichting is deze club noodlottig geworden. Noodgedwongen stapt hij over naar een andere vereniging. Het wordt Alexandria’66. Tot en met, wat toen nog de C-tjes waren, speelt hij in met name de lagere jeugdelftallen. “Blijkbaar zagen ze niet veel in mij. Ik heb zelfs in de C4 gespeeld!”
Samen met een vriend besluit de in Zevenkamp wonende Rotterdammer de overstap te maken naar vv Capelle. Bij de ambitieuze club moeten de vrienden eerst een oefenstage lopen, eer zij worden aangenomen. Zijn vriend redt het niet. Pape daarentegen komt zelfs in de B1 te spelen. Wat andere trainers eerder niet in hem zagen, ziet trainer Roy Brinkman (nu ASWH) wel. Brinkman laat hem debuteren, als invaller in de bekerfinale van Capelle 2. Het seizoen erna traint hij als 17-jarige mee met Capelle 1. “Zo gek kan het lopen in het voetbal, vervolgt de liefhebber van verdedigers als Virgil van Dijk en Sergos Ramos, bij de ene club kan je er niks van, bij de andere speel je twee jaar later in het eerste.” In juni 2018 debuteert Pape in Capelle 1 tijdens de wedstrijden voor degradatie naar de vierde divisie. Vanaf dat moment mist hij geen duel meer in de Capelse hoofdmacht. Negen seizoenen speelt de van origine centraal verdediger als rechtsback in de defensie bij Capelle op sportpark ’t Slot.
“Als oma kookte, ging ik met opa voetballen”
Marciano ging als kleuter naar de basisschool Jan Antonie Bijloo in Prinsenland. Hij woont samen met zijn zus en moeder. Zijn Surinaamse vader heeft hij nooit gekend. Toen Pape 5 maanden oud was, verliet vader het gezin. Al 25 jaar lang heeft hij geen contact met zijn vader. Zijn moeder verdient de kost als politieagent. Naarmate de puberjaren verstrijken raakt de relatie met zijn moeder steeds verder in het slob. Door omstandigheden (“laat ik daar maar niet over uitwijden….”) verlaat hij het ouderlijk huis en gaat bij zijn opa en oma wonen. Bij hen in Zevenkamp woont hij nog steeds. Oma is de persoon, die haar kleinzoon vanaf dan opvoedt.
Na de basisschool gaat de Feijenoord-fan naar het Thorbecke en doet de mavo met sport. Een logische vervolgstap is de opleiding Sport en Bewegen bij het Albeda College. Hij leert dan echter “de straat kennen”. Vroegtijdig verlaat hij zonder diploma op zak het Albeda. “Ik kon het niet meer. Veel te lang stil zitten. Huiswerk? Liever niet….Ik zocht de vrijheid. En zo word ik bezorger bij de Jumbo. Maar dat loopt ook niet goed af. Ik kon niet met die mensen samenwerken en ik word weggestuurd”. Gelet op het vorige is het niet geheel verwonderlijk, dat hij na drie jaar de brui geeft aan zijn vierjarige Fitness Opleiding.
Ironisch genoeg, komt de 25jarige verdediger, via een vriend terecht bij de penitentiaire inrichting in Krimpen aan den IJssel, alwaar hij een plek krijgt om te werken en te leren. De man die graag zoekt naar en geniet van de vrijheid, komt te werken bij 450 mannelijke gedetineerden. Mannen die voor korte of langere tijd hun vrijheid is ontnomen…. “Ik werk hier nu sinds april, dus bijna negen maanden. Wat het werk inhoudt? De beveiliging van het hele complex, het begeleiden van bezoekers, het begeleiden van gedetineerden. Nog even en dan kreeg ik een vast contract.” Bij dit laatste glimt Pape van trots.
Marciano in het shirt van vv Capelle en later in het mooie BVCBshirt
Niet meer welkom bij Capelle
Zijn stageperiode bij de PI betekent ook dat hij wisseldiensten moet draaien, dus ook in de avond. Dat strookt niet met de drie keer trainen in de week bij Capelle. En daar begint de schoen te wringen. Omdat hij soms een training moet overslaan, is de bewonderaar van Mason Mount, niet meer zeker van een basisplaats. Zelfs als hij een week wel drie keer op het trainingsveld staat, komt zijn naam steeds minder voor op het wedstrijdformulier. Meer en meer bekruipt Pape het gevoel dat hij niet meer welkom is bij de groenzwarten. Het ontneemt hem het plezier in het voetballen en overweegt te stoppen. “Daarover praat ik met Dennis Verkaik (Dennis zit nu in de technische staf van BVCB). Hij opperde, waarom ik niet op zoek ging naar een andere club. Nog geen dag later werd ik gebeld door Ralph Kalkman, die dit seizoen aan de slag ging bij BVCB. Ralph ken ik als trainer bij Capelle, waar hij een aantal jaar mijn trainer was. Er volgde een gesprek met Ronald Helder, Winston Faerber en Ralph. Dat gesprek was zo goed en zo fijn, dat het voor mij gemakkelijk was om “ja” te zeggen. Toen ik met BVCB aan kwam bij opa en oma, fronsten ze wel even hun wenkbrauwen. Maar toen ik vertelde dat Ralph daar de trainer werd, vonden ze het helemaal prima!”.
Warm welkom bij BVCB tijdens Kippenveiling
In de laatste wedstrijd van het vorig seizoen speelt BVCB in Terbregge tegen Sparta. Onder de toeschouwers bevindt zich Marciano Pape, die ziet dat zijn nieuwe club Sparta met 0-5 een pak op de broek geeft. Na afloop wordt Pape uitgenodigd voor de Kippenveiling die die zaterdagavond wordt gehouden. Als hem uitgelegd is, wat de Kippenveiling inhoudt, belooft hij aanwezig te zijn. En hij houdt woord. “Alleen de dame bij de ingang wil me niet binnenlaten, omdat ik me niet heb aangemeld. Als Ronald zegt dat het goed is, mag ik alsnog naar binnen. Als ik drinken haal bij de bar, zegt iemand tegen mij: “Hé, ik herken jou! Jij bent die nieuwe speler”. Het is Rob Vrijenhoek, die dit zegt en met hem en Max van Dijk raak ik aan de praat.” Vanaf het eerste moment heeft Pape een positief gevoel, er is gelijk een klik. “De manier waarop Rob me bekend maakte bij de spelers en later op de club, in de kleedkamer, is een perfect voorbeeld hoe je iemand mee kunt nemen binnen een club. Ik ben hem er nog steeds enorm dankbaar voor.”
Nu, in de winterstop en zo halverwege het seizoen, rijst al de vraag wat hij volgend seizoen gaat doen. Bevalt het bij BVCB? Bevalt de eerste klasse? “Ik denk dat het niveau tussen top eerste klasse en vierde divisie niet zo heel groot is. Ik heb het vertrouwen dat we met BVCB na de winterstop beter kunnen dan we tot nu toe hebben laten zien. Wordt nog leuk! En na dit seizoen?” Hij laat een korte stilte vallen. “Ik wil nog steeds het beste uit mijzelf halen. Tweede, derde divisie…..Ik kan dat aan, denk ik. Dit seizoen is anders dan ik ben gewend. Bij Capelle trok ik mij op aan de betere en ervaren spelers. Nu merk ik dat de jongens aan mij hangen. Bij Capelle liep je het snot uit de ogen, zowel op trainingen als in de wedstrijd. Dat mis ik een beetje bij BVCB, waar de sfeer wel beter is. De jongens kennen elkaar allemaal, maken plezier en zorgen voor gezelligheid. Dat miste ik wel de laatste weken bij Capelle. Daar zal je echt geen spelers zien die met bitterballen de kantine rondgaan.” Dan herinner ik hem aan de vraag wat hij komend seizoen gaat doen. “Eerlijk, ik heb nog geen idee. Misschien blijf ik. Maar ik zeg ook eerlijk, dat ik inmiddels met twee clubs heb gesproken. Dat mag je opschrijven, hoor. De trainer weet ervan.”
“Ik wil opa en oma blij maken”
Eén ding is zeker: voor BVCB is Pape een welkome versterking. Een speler die blij is, als het zaterdagmiddag 14.30 uur is. “Als ik het veld op loop en na het eerste fluitsignaal de eerste keer mijn voet tegen de bal zet, dan is alle stress weg. Misschien een Johan Cruijff-cliché, maar het is wel zo. Ik wil ook altijd winnen. Altijd! Als ik niet win, dus ook bij een gelijkspel, dan ben ik niet te genieten. Ik wil winnen. Daarmee kan ik mijn opa en oma blij maken, ik wil ze zien lachen. Ik zoek ook altijd oogcontact, bijvoorbeeld als ik heb gescoord.” Opa Jacques, met grijze paardenstaart en baseballcap op het hoofd. Altijd met een rode Dirk-shopper bij zich. “In die shopper zitten steevast geluksbroodjes. Toen ik een keer voor de wedstrijd een broodje gezond at, wonnen we. Sindsdien eet ik altijd wat we nu noemen een geluksbroodje.” Het geluksbroodje klaar gemaakt door oma Carla. Oma die al een tijdje ziek is, maar er elke wedstrijd staat. Toen het even niet zo goed ging, kwam Marciano met een mooi gebaar, wat de liefde voor zijn grootmoeder dik onderstreept. Vlak voor de aftrap van Capelle tegen Spijkenisse verscheen Marciano en zijn ploegmaten met een T-shirt met foto en opbeurende tekst om oma een hart onder de riem te steken.
De vleugels van Noa Lang
Ook na de derde keer vragen of hij iets wil drinken, is het antwoord nog steeds “nee”. Ongemerkt zitten we al twee uur te praten. Het is met name Pape die aan het woord is. Je hoeft maar iets te vragen en hij ratelt wel door. Voor hij vertrekt naar zijn vriendin in Delft, komen zijn tatoeages nog ter sprake. Niet alles heeft een speciale boodschap of is met een speciale gedachte op zijn lijf verschenen. “Het klavertje vier is wel heel speciaal. Ooit heeft oma een kettinkje met een klavertje vier van mij gekregen. Ze draagt hem nog altijd, elke dag en noemt het één van haar leukste sieraden. Dat heeft voor mijn een grote betekenis, vandaar dat ik een klavertje vier in mijn nek heb laten zetten.” Opvallend zijn ook de vleugels in zijn nek. “Die heeft Noa Lang ook. Noa en ik waren vrienden in de tijd dat we op het Thorbecke zaten. Gewoon leuk. Op mijn rug staat een grote leeuwenkop, net als Memphis Depay. Leeuw is mijn sterrenbeeld. Hij is alleen nog niet helemaal af.” Verder geeft zijn lijf plaats aan de naam van zijn zus, de volledige namen van opa en oma, een celebration, die hij samen met een vriend heeft. Een bijzondere tatoeage, of eigenlijk ook weer niet gezien de hechte band met zijn opa en oma, is van beide een ECG…
Er is nog ruimte voor meer tattoos. Wellicht het logo van BVCB? Het blijft nog even wachten of Marciano besluit te blijven of de Hoekse club na een jaar weer te verlaten. Een keuze die hij zelf moet maken. Het lijdt geen twijfel, dat alles in overleg gaat met zijn twee grote fans, zijn opa en oma. Zijn grootste motivatie om te voetballen.
Auteur: HP Goudappel Foto's: Kees Ruigrok